Zit de particuliere huizenverhuurder de starter écht in de weg?

Al tijden wordt er geroepen dat particuliere verhuurders de starter verdringen, vooral in de studentensteden. Klopt dit wel? Het Kadaster besloot er uitgebreid onderzoek naar te doen en publiceerde recent de uitkomsten.

Niet in de weg

De resultaten zijn zowel verrassend als voorspelbaar te noemen. Verschillende studentensteden zijn met elkaar vergeleken, en wat blijkt: in veel van deze steden zitten de particuliere verhuurders de starters niet in de weg. Dit komt omdat beide groepen op zoek zijn naar een ander soort woning. Waar verhuurders vooral investeren in kleinere appartementen (tot ong. 80m2), kopen starters ruimere woningen.

Dezelfde vijver

In bijvoorbeeld Maastricht, Enschede, Tilburg, Eindhoven en Nijmegen bemachtigt de gemiddelde starter zelfs een huis van meer dan 100m2. Natuurlijk zijn er (weinig verrassende) uitzonderingen. In de steden Utrecht, Amsterdam, Wageningen en Delft zijn de woningen duur, dus kopen starters kleinere woningen. Hier zitten de particuliere investeerders ze wel flink in de weg, omdat beide groepen in dezelfde vijver vissen.

Meer particuliere verhuur(ders)?

Velen nemen aan dat het woningbezit van particuliere verhuurders de laatste jaren sterk is toegekomen, vandaar ook de verdringing van de starters. Maar ook wat dit betreft: klopt het wel? In Amsterdam, de plek waar dit het meest voor de hand ligt, is het aantal particuliere huurwoningen in 2018 ongeveer gelijk gebleven aan het aantal in 2009. Wel wordt er in de hoofdstad heel actief ge- en verkocht, waardoor de huurbazen uitdrukkelijk aanwezig zijn op de plaatselijke huizenmarkt.

Stijging van een procent

Landelijk gezien is er wel een verschil op te merken tussen het aandeel particuliere huur in 2009 en in 2018. Waar het destijds nog om 2% ging, is het percentage inmiddels gestegen naar 3%. Een luttele procent lijkt niet zoveel, maar is op een huizenaantal van minstens 7 miljoen zeker niet verwaarloosbaar. In alle grote (studenten)steden groeide het aandeel particuliere huurwoningen, in Groningen nam dit het sterkste toe.

Hoeveelheid verkochte woningen

De particuliere sector groeit dus, maar verdringt lang niet altijd de starter van de woningmarkt. De groei is tot slot voornamelijk te zien in het percentage verkochte woningen aan particuliere verhuurders. Was dit in 2009 nog 2%, in 2017 was dit aandeel gegroeid naar maar liefst 5%. In sommige wijken in Amsterdam, maar bijvoorbeeld ook in Den Haag en Delft, ligt het percentage inmiddels boven de 20%.

Waarmee kunnen we je helpen?