Restschuld wordt steeds zeldzamer

11 februari 2020

Uit cijfers van een groot financieel adviesketen blijkt dat in het laatste kwartaal van 2019 nog maar 1% van de klanten die een hypotheek wilde afsluiten voor de aankoop van een volgende woning, te maken hadden met een restschuld.

Van 25% naar 1%

De tijden zijn veranderd, helemaal als we naar de woningmarkt kijken. Waar in 2014 nog 1 op de 4 huizenkopers verwachtte een restschuld te hebben (volgens Wijzer in Geldzaken), komt het tegenwoordig dus neer op een luttele 1%, 1 op de 100. Dit heeft natuurlijk alles te maken met de oververhitte, krappe woningmarkt, waardoor huizen vaak met een flinke overwaarde kunnen worden verkocht.

Snel, boetevrij aflossen

Waar geldverstrekkers eerder eisten dat als je vorige woning nog niet verkocht was je minimaal in staat moest zijn om twee jaar dubbele lasten te dragen, is deze periode nu opgeschort naar zes maanden. Dit maakt dat restschulden en dubbele lasten haast tot het verleden behoren. Dit heeft ook te maken met het feit dat mensen snel, boetevrij willen aflossen. Het is namelijk niet altijd mogelijk om de volledige overwaarde te overbruggen.

Aflossingsvrij voordelig?

We zagen, net als blijkt uit het onderzoek van het adviesketen, dat er in het vierde kwartaal van 2019 een recordaantal hypotheken werd overgesloten. Vaak ging het dan om aflossingsvrije hypotheken die om werden gezet naar een andere, voordeliger hypotheekvorm. Toch blijft voor een selecte groep de aflossingsvrije hypotheek heel gunstig. Als je namelijk voor 2013 een huis kocht, mag je de deze hypotheekvorm mét renteaftrek aanhouden, alleen wel tot max. 50% van de woningwaarde.

Auteur: Francis Boer