Moet de hypotheekrenteaftrek sneller worden afgebouwd?
23 januari 2019
In een artikel voor economenblad ESB pleit Maarten Camps, de hoogste ambtenaar van het ministerie van Economische Zaken, ervoor om de hypotheekrenteaftrek verder te beperken. Dat moet de woningmarkt een stuk stabieler maken.
Prijsopdrijvend effect
Camps is niet de eerste die het opmerkt: de renteaftrek heeft een negatief effect op de woningmarkt. Het zorgt er namelijk voor dat huizen duurder worden, de aftrek heeft een prijsopdrijvend effect, waardoor het risico weer groter wordt dat de woningen tijdens minder (economisch) florissante tijden onder water komen te staan.
Verdere afbouw
De regering besloot al eerder om de hypotheekrenteaftrek af te bouwen. Dat gebeurt echter nu nog maar met een half procent per jaar. In 2020 wordt het menens: dan zakt de aftrek jaarlijks met 3% naar 37,05% uiteindelijk in 2023. Dit vindt de topambtenaar al een goede ontwikkeling, maar het is niet genoeg. Hij pleit voor een verdere afbouw op korte termijn, dan kan de rente haar werk gaan doen. Juist nu kan er in grote(re) stappen worden afgebouwd, nu het met de economie zo goed gaat.
Bouwfonds
Camps heeft meer ideeën om de woningmarkt verder te stabiliseren. Een bouwfonds zou bijvoorbeeld fantastisch werken, zodat in tijden van laagconjunctuur de nieuwbouw in ieder geval op pijl kan blijven. Daarnaast meent hij dat er meer sturing vanuit het Rijk nodig is om ervoor te zorgen dat er genoeg nieuwe woningen worden gebouwd, een aansporing die tot eigen gelederen is gericht en hopelijk zijn uitwerking niet missen gaat.
Auteur: Francis Boer
