Huizenkopers veel beter af dan huurders

5 juni 2018

Het NIBUD deed in opdracht van de Woonbond onderzoek naar wat voor invloed het huidige kabinetsbeleid heeft op de koopkracht van huurders in vergelijking met kopers. Wat blijkt? De koper gaat er in de huidige regeerperiode flink op vooruit, de huurder allesbehalve.

Minder koopkracht

Na aftrek van de woonlasten hebben huurders minder geld te besteden dan kopers met een vergelijkbaar inkomen. Dit is niets nieuws. Maar dit verschil gaat de komende jaren verder oplopen. Het scheelt vaak een paar tientjes, maar het kan oplopen tot een paar honderd euro. Dit komt omdat de huurbedragen tegenwoordig boven de inflatie uitstijgen, waardoor de huurders er qua besteedbaar inkomen steeds verder op achteruit gaan.

Harde cijfers

De voorspelling van het NIBUD is dat de koopkracht er in 2021 voor huurders gemiddeld €55-, op vooruitgaat, en voor kopers maar liefst €107,-. Op het moment staan vooral huurders die geen toeslag krijgen er slecht voor. Zo heeft een ouder hurend stel met een bescheiden middeninkomen sowieso €266,- minder te besteden dan huiseigenaren binnen dezelfde categorie.

Huurverlaging?

Maar zelfs bij een fikse huurtoeslag in het voordeel van de huurder, ‘wint’ de koper. De hypotheekrenteaftrek zorgt er namelijk voor dat kopers netto een lager bedrag overmaken aan de bank dan wat ze bruto betalen. De Woonbond pleit al jaren voor huurverlaging om het gat tussen woningeigenaar en huurder te dichten. Ze zetten in op 10% verlaging, wellicht komt dat doel met deze onderzoekscijfers iets dichterbij.

De kans is klein dat de gedroomde huurverlaging binnen afzienbare tijd wordt bereikt, dus wordt de starter geadviseerd vooral te kopen als de financieel enigszins haalbaar is.

Auteur: Francis Boer