D66 & VVD: ‘Studieschuld moet minder zwaar meewegen bij hypotheek’

Volgens Kamerleden Wiersma (VVD) en Paternotte (D66) wordt de hypotheekruimte op het moment teveel ingeperkt voor mensen met een studieschuld. 0,45% van de totale schuld wordt namelijk als maandelijkse financiële verplichting gezien. Hier moet opnieuw naar worden gekeken, zo vinden de twee coalitiepartijen.

Niet geregistreerde schuld

Geldverstrekkers vragen altijd aan potentiële nieuwe hypotheekklanten naar de eventuele (hoogte van hun) studieschuld. Dit moeten ze doen, omdat ze zelf deze specifieke schuld niet kunnen inzien via het Bureau Krediet Registratie (BKR). Er wordt ook anders met deze schuld omgegaan dan bijvoorbeeld met een consumptief krediet. Voor een studieschuld uit het oude leenstelsel hebben hypotheekverstrekkers afgesproken dat 0,75% van het totaal geleende bedrag afgaat van het besteedbaar inkomen, voor studieschulden uit het nieuwe leenstelsel vanaf 1 juli 2015) is het 0,45%.

Achterhaalde cijfers

Het voornoemde percentage vinden Paternotte en Wiersma veel te hoog liggen. Ze zijn namelijk gebaseerd op cijfers die inmiddels al zijn achterhaald. Zo werd voor de berekening ervan bijvoorbeeld met een hypotheekrente van gemiddeld 4,2% gerekend. Daarnaast blijven banken uitgaan van de oorspronkelijke schuld en wordt er geen rekening gehouden met al afgeloste delen.

Nibud

Kan het afgesproken percentage van 0,75% en 0,45% zomaar worden aangepast? ‘Zomaar’ niet, maar de twee coalitiepartijen willen budgetinstituut Nibud vragen om een nieuw (vooral lager) advies uit te brengen. Minister van Onderwijs Van Engelshoven heeft hierin toegestemd, dus kan het Nibud ermee aan de slag. Aan wat voor ‘nieuwe’ percentages we dan moeten denken? Dat blijft nog even een verrassing.

Waarmee kunnen we je helpen?